maandag 28 augustus 2017
Bericht van Sint-Judas

(St. Jude): Geliefde broer Carlos Thaddeus, vandaag kom ik weer om je mijn Boodschap te geven, om je te zegenen en om je te zeggen: Ik hou van jou met al mijn Hart, ik hou van jou met alle Vlam van Liefde die Jezus en Maria in mijn Hart hebben geplaatst.
Ik ben je beschermer, ik ben je bewaker, ik ben je vriend, ik ben je gezel. Ik mis je, kom altijd voor mij om je hart te openen, om te bidden, om me al je moeilijkheden, lijden en problemen te geven. Om ook van Mij alle rust en alle liefde van de Hemel te ontvangen!
Ik ben bij jou in alle momenten van je leven en ik verlaat jou nooit, nooit. Ik wens dat jij doorgaat met het vertellen aan alle mensen over de grote kracht die ik geniet samen met Jezus en Maria in de Hemel, zodat mensen zich met vertrouwen tot Mij kunnen wenden en niet alleen grote genaden van de Heer ontvangen, maar ook Zijn Licht, Zijne Heilige Geest, Zijne Vlam van Liefde.
Dierbare broer, weet dat ik ooit terugkeerde naar Jeruzalem na een van mijn apostolische missies en door de stad liep toen ik werd aangesteld als één van de Apostelen van de Gekruisigde.
De vijanden van de christenen, de Joden die ons vervolgden, omringden me met stokken zodat ze mij konden doden. Maar mijn Allerheiligste Koningin Maria, die alles wist, bad voor Mij en toen verdween ik wonderbaarlijk voor hen en werd veilig in het Bovenhuis geplaatst buiten dat woeste volk.
Toch, op dat moment toen ik omringd was en me zonder een uitweg zag, leed mijn Hart grote angst omdat ik geen vrees had voor de dood, maar juist, ik vreesde te sterven zonder de missie die de Heer mij toevertrouwd had voltooid te hebben. Zo boden Mij aan God mijn lijden om je intenties zodat jij in de toekomst echt de grote Heilige zou zijn die de Moeder van God begeert.
En moge alle genaden uit de Hemel aan jou worden gegeven zodat jij dan je missie met volle liefde en volledige gehoorzaamheid aan de Heer kunt vervullen.
Weet ook dat ik ooit, toen ik door de steden van Perzië liep om het Evangelie te prediken, uitgedaagd werd door bepaalde tovenaars en magiërs die me uitnodigden voor een banket.
Aanvankelijk leek het alsof ze bekeering wilden, dat ze het Evangelie van onze Heer Jezus Christus wilden, maar wat ik niet wist was dat zij het eten dat ze me serveerden hadden vergiftigd. En toen ik die dodelijke drank dronk, wist ik dat hij vergiftigd was en zo badde ik opnieuw tot Mijn Allerheiligste Koningin om mij te helpen.
Ze kwam en verscheen voor Mij de genade gevend om ongeschonden uit die dodelijke gif te ontsnappen. Dit feit veroorzaakte dat velen van hen die aanwezig waren bij het banket bekeerd werden.
Maar deze priesters bleven verhard in hun heidendom en hardheid van hart. Ze sleurden Mij dan uit de plaats waar we waren en namen stenen om me te stenigen.
Sommigen raakten mij echt, wat mijn grote pijn veroorzaakte. Ik was in een goede gemoedsstemming voor het Martelaarschap en ik boden al dit aan voor jou toen Mijn Allerheiligste Koningin dan verscheen om me opnieuw op te beuren, om me uit hun handen te bevrijden omdat mijn taak, mijn missie nog niet voltooid was.
Ik verdween voor hen en werd veilig door Haar in een andere plaats geplaatst waar ik mijn prediking voortzette. Al dit, dierbare broer, boden Mij aan voor jou die ik meer dan alles liefhebben. Zie hoe groot mijn liefde voor jou is, ga verder, altijd vertrouwend op de liefde die ik voor jou heb en in de kracht van mijn verdiensten voor de Allerheiligste Drie-eenheid.
Roep het steeds aan en door deze verdiensten zal ik je grote genaden schenken; bied ze op en vraag de Zalige Drievuldigheid om genaden door hen, en zij zullen overvloedig aan jou geschonken worden.
Boven alles ga verder met liefde voor de zoon die de Koningin des Hemels zelf je gegeven heeft en die voor jou bron zal zijn van grote en oneindige genaden.
Ja, hij zal het kanaal zijn door welke je heiligmaking, je volmaaktheid en je zielredding echt verwezenlijkt worden door de Heer. En jij zult groot zijn in het Koninkrijk der Hemelen met veel, veel bekeerde en verheiligde zielen die door de Cenacles van Gebed zijn geworven.
Ja, lieve broer, je hebt de liefde van de Zalige Maagd; zij is jouw, je hebt ook de liefde van je geliefde zoon Marcos en mijn liefde.
Je moet dus blijvoelen en zeer verrijkt door de Heer, want Hij heeft je veel meer gegeven dan vele generaties uit het verleden en heeft jou veel meer begunstigd dan vele koningen en wijze mannen van vroeger.
Verheug jezelf in je hart, tril van vreugde omdat je naam is geschreven in de Hemel; hij staat geschreven in het Hart der Moeder Gods.
Ik zegene jou met grote liefde nu en stort mijn genaden van liefde over jou uit".
(Marcos): "Tot ziens, geliefde heilige Judas Thaddeus".